Behoud van archeologie: de wettelijke kaders op de Friese manier
Het verdrag van Malta en de Nederlandse wetgeving
Bij zowel de huidige Erfgoedwet als bij de komende Omgevingswet is het uitgangspunt dat archeologische resten zoveel mogelijk in de bodem bewaard dienen te blijven. Dit is namelijk de beste garantie om archeologische informatie ook voor latere generaties beschikbaar te houden voor onderzoek. Dit zogeheten ‘behoud in situ’ is één van de uitgangspunten van het Verdrag van Malta (ook wel het Verdrag van Valetta genoemd) dat Nederland samen met andere lidstaten van de Raad van Europa heeft ondertekend. Een ander uitgangspunt van dit verdrag is om bij ruimtelijke ontwikkelingen tijdig rekening te houden met de archeologische waarden en te verwachten archeologische waarden zodat deze bij ingrepen zoveel mogelijk kunnen worden ontzien. Om als initiatiefnemer te weten waar deze waarden zich bevinden of waar deze worden verwacht, zijn gemeenten sinds 2007 wettelijk verplicht de archeologische (verwachtings)waarden op te nemen in hun ruimtelijke plannen (en straks in het Omgevingsplan). Dit dient te gebeuren in de vorm van een dubbelbestemming waarde archeologie.
De Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra (FAMKE)
Om gemeenten hierin tegemoet te komen onderhoudt de provincie Fryslân de Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra (FAMKE). De FAMKE is online te raadplegen en bestaat uit twee provincie dekkende kaarten en een toelichting op de kaarten, de beleidsadviezen en adviezen voor archeologisch onderzoek. Om de provinciale beleidsadviezen zo goed mogelijk af te stemmen met gemeentelijk archeologiebeleid werkt de provincie bij voorkeur nauw samen met gemeenten bij het updaten van de FAMKE. Dit is een continu proces waarin gestreefd wordt naar beleidsadviezen die in overeenstemming zijn met de meest recente stand van onderzoek. Naast deze updates werkt de provincie momenteel ook aan het aanpassen van de toelichting van de FAMKE zodat deze in lijn is en blijft met de wettelijke eisen.
Hoe houd ik op de juiste manier rekening met archeologie in ruimtelijke plannen?
In artikel 2.2.1. van de verordening Romte Fryslân 2014 is het archeologiebeleid vertaald in regels.
Bij het opstellen van een ruimtelijk plan dient te worden nagegaan of er binnen het plangebied sprake is van archeologische waarden of verwachtingswaarden. Vervolgens moet worden bekeken op welke wijze deze (verwachtings)waarden dienen te worden beschermd. Dat kan middels een dubbelbestemming waarde archeologie en/of in sommige gevallen is onderzoek vooraf een vereiste.
Wanneer een archeologische dubbelbestemming opnemen in een nieuw ruimtelijk plan?
Op grond van de huidige Verordening Romte Fryslân en straks de Omgevingsverordening Fryslân, vraagt de provincie de Friese gemeenten om bij het vaststellen van dubbelbestemmingen de beleidsadviezen op de AFAMKE als basis te nemen. In tegenstelling tot wat wel eens wordt verondersteld, wordt daarbij geen onderscheid gemaakt tussen de ondergrens van het beleidsadvies op de FAMKE en het oppervlak van een bestemmingsplan. Dus ook al is de ondergrens van het beleidsadvies groter dan het oppervlak van het plangebied, dan dient alsnog een dubbelbestemming waarde archeologie te worden opgenomen zodat ook bij ingrepen die groter zijn dan het bestemmingsplangebied passend archeologisch onderzoek kan plaatsvinden.
Wanneer is archeologisch onderzoek nodig?
Op grond van artikel 2.2.1 van de Verordening Romte is archeologisch onderzoek vereist bij een bestemmingswijziging. De omvang van de ingreep wordt niet bepaald door de daadwerkelijk ingreep, maar door de omvang van de bestemmingswijziging.
Bij bestemmingsplannen waarbij sprake is van een bestemmingswijziging beschouwt de provincie de wijziging zelf als ingreep. Daarbij dient gekeken te worden naar de totale grootte van de bestemmingswijziging ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Indien deze groter is dan de vrijstellingsgrens van het beleidsadvies op de FAMKE is archeologisch onderzoek vooraf het uitgangspunt. Reden hiervoor is dat een bestemmingswijziging vaak ontwikkelingen mogelijk maakt die op termijn voor aantasting van het archeologisch bodemarchief kunnen zorgen zoals aanplant en verwijdering van bomen en struiken, het aanleggen of verwijderen van verhardingen en (nuts)leidingen, het graven van waterpartijen, etc. Door in dergelijke gevallen vooraf archeologisch onderzoek uit te laten voeren kunnen de resultaten worden verwerkt in het nieuwe bestemmingsplan zodat de archeologische resten in de bodem beter worden beschermd. Bovendien wordt op deze manier meer duidelijkheid verkregen over de haalbaarheid van het plan.
Samen om de tafel voor gemeenschappelijk beleid
Omdat het opstellen van ruimtelijke plannen maatwerk is, bieden de Verordening Romte Fryslân en de Omgevingsverordening Fryslân de mogelijk om af te wijken van de FAMKE. Dit dient echter wel goed te worden onderbouwd. Om ervoor te zorgen dat het archeologisch beleid goed is afgestemd, gaat de provincie graag in een zo vroeg mogelijk stadium met gemeenten om de tafel. Dat schept duidelijkheid, begrip en voorkomt frustraties achteraf. Het is daarom aan te raden om bij het herzien van een bestemmingsplan, of straks bij het opstellen van omgevingsplannen, tijdig in contact te treden met de provincie om samen te werken aan gemeenschappelijk gedragen archeologiebeleid.
Mocht u naar aanleiding van deze informatie vragen hebben of wilt u nader in contact komen over het updaten van het gemeentelijk archeologiebeleid voor uw gemeente, neem dan contact op met het Team Archeologie van de provincie.