Dokter Poos ziet SEH overspoelen met fietsslachtoffers
Met een fietshelm bescherm je het orgaan dat ervoor zorgt dat je kunt bewegen, onthouden, denken en voelen: je hersenen. Toch stapt 98 procent van de Nederlanders zonder helm op de fiets, met alle gevolgen van dien.
Wat vinden deskundigen hiervan? Op welke manier hebben zij in hun werk te maken met de gevolgen van fietsongevallen? En wat is hun boodschap voor fietsend Fryslân? Je ontdekt het in ‘expert aan het woord’. Jeroen Poos is traumachirurg in het Medisch Centrum Leeuwarden. Hier staat hij oog in oog met het letsel dat veroorzaakt wordt door fietsongevallen.
Spoedeisende hulp en de operatiekamer
Sinds 2016 werkt Jeroen Poos als traumachirurg. In het MCL behandelt hij onder meer patiënten die een fietsongeluk hebben gehad. Hij opereert, maar heeft ook een regiefunctie. “Ik ben het aanspreekpunt van de patiënt wanneer zij voor verschillende letsels meerdere behandelaars hebben. Ook werk ik veel samen met collega’s, zoals spoedeisende hulp artsen en neurologen. Bij een groot ongeval, waarbij een patiënt bijvoorbeeld acuut bloed verliest, ben ik meteen betrokken.” Op de eerste hulp kunnen de artsen relatief klein letsel behandelen met bijvoorbeeld hechtingen of gips. Dokter Poos is betrokken bij de ernstigere gevallen, waarbij er een operatie moet plaatsvinden: “Het gaat dan meestal om botbreuken, wonden of interne bloedingen.”
Hoofdletsel na een ongeval
Dat een fietsongeval wel eens voorkomt, dat weten we allemaal. Maar volgens Poos worden de aantallen vaak onderschat: “Dit is niet iets wat zelden voorkomt; er komen continu fietsslachtoffers binnen op de eerste hulp, de hele dag door.” Eén op de vier fietsslachtoffers heeft hoofdletsel, meestal in de vorm van een hersenschudding. Het vervelende is dat 25 procent van de mensen na een halfjaar nog steeds last heeft van hoofdpijn, concentratieproblemen of vermoeidheid. Dokter Poos: “25 procent klinkt misschien weinig, maar als je 25 procent kans hebt om de loterij te winnen, ren je toch direct naar de winkel voor een lot?”
“Van verplichtingen wordt niemand vrolijk, maar van gezonde mensen die gelukkig oud worden, wel.
Daar draagt de fietshelm aan bij.”
Eenzijdige ongevallen
Bij de meeste fietsslachtoffers is er sprake van een eenzijdig ongeval: naast het slachtoffer was er niemand anders betrokken. “Bij 60 tot 70 procent van de ongevallen komen patiënten ten val door onhandigheid, gladheid of hun eigen snelheid. De kans is dan minder groot dat je zwaargewond bent, maar vaak is er toch sprake van meervoudig letsel.” Dit betekent dat iemand naast een gebroken pols bijvoorbeeld ook hoofdletsel heeft. Een botbreuk is relatief makkelijk te herstellen, terwijl het herstel van hoofdletsel een gecompliceerd en langdurig proces is. Poos: “Je hersenen zijn de computer van je lichaam. Als hier iets beschadigt, dan heeft dat invloed op de rest van je lichaam.” De meeste patiënten met meervoudig letsel zijn 55-plussers. “Door de combinatie van de pijn in hun lichaam én het hersenletsel, kunnen ze na een ongeval vaak moeilijk voor zichzelf zorgen. Als dat het geval is, moeten ze eerst vier tot zes weken revalideren in een revalidatiecentrum”, vertelt dokter Poos.
Een patiënt om nooit te vergeten
Hoewel dokter Poos de afgelopen jaren ontzettend veel patiënten heeft behandeld, zal één patiënt hem altijd bijblijven: “In 2014 kwam er een man binnen die was aangereden tijdens een tochtje op zijn elektrische fiets. Door zijn hersenletsel kon hij niet meer normaal functioneren en ging hij als het ware terug in de tijd. Zo viel hij bijvoorbeeld terug op zijn moedertaal. Ook kon hij geen leuke activiteiten meer ondernemen met zijn vrouw, terwijl hij nét met pensioen was. Dat vond ik zo treurig.” In dezelfde week kwamen er nog twee patiënten met ernstig letsel in het ziekenhuis, waarvan er één overleed. Poos: “Allemaal fietsten ze op een elektrische fiets, die in die periode in opkomst was.” Dit triggerde hem om onderzoek te doen en aandacht te besteden aan dit thema. Hij publiceerde meerdere wetenschappelijke artikelen over fietsongevallen en zet zich, als onderdeel van de groep ‘Artsen voor Veilig fietsen’, in voor de preventie van fietsongevallen.
Veranderend verkeersbeeld
Wat er de afgelopen jaren is veranderd in het verkeer? Volgens Poos is de elektrische fiets nu niet meer alleen voor ouderen: “Ook jongeren hebben een elektrische fiets, denk bijvoorbeeld aan scholieren die vanuit dorpen naar school fietsen en jongeren die werken bij bezorgdiensten. Zij hebben een relatief goed reactievermogen, maar kunnen met hun hoge snelheid ook voor gevaar voor anderen zorgen. Daar staan ze niet bij stil.”
-
“25 procent klinkt misschien weinig, maar als je 25 procent kans hebt om de loterij te winnen,
ren je toch direct naar de winkel voor een lot?”
Het goede voorbeeld geven
Sinds anderhalf jaar draagt dokter Poos áltijd een fietshelm. “Daarvoor gaf ik dat advies wel aan anderen, maar fietste ik zelf ook zonder helm. Als je zegt dat iemand anders iets moet doen, dan moet je het zelf natuurlijk ook doen.” Naast dat hij het goede voorbeeld wil geven, geeft de helm hem ook een veilig gevoel: “Als je eraan gewend bent, dan wil je niet anders meer. Zonder helm voel ik me kwetsbaar en ongemakkelijk.” Dat is de reden dat hij, niet alleen met zijn elektrische bakfiets, maar ook op een OV-fiets, een helm draagt: “Mijn fietshelm gaat altijd mee, ook in de trein.” Zijn drie kinderen dragen ook altijd een fietshelm: de jongste twee wanneer zij in de bakfiets zitten en de oudste op zijn eigen fiets.
Zuinig zijn op jezelf
Volgens Poos gaat het leven gepaard met vallen en opstaan: “Ongevallen kunnen we niet altijd voorkomen, maar we kunnen het letsel dat we oplopen wel beperken door een fietshelm te dragen. Het is makkelijk om te zeggen dat gemeentes de fietspaden veiliger moeten maken, maar je kunt ook jezelf beschermen”. Hij hoopt dat een helmverplichting – zoals bij de snorfiets - niet nodig is voor de gewone of elektrische fiets: “Van verplichtingen wordt niemand vrolijk, maar van gezonde mensen die gelukkig oud worden, wel. Daar draagt de fietshelm aan bij.”