Taalnota Fansels Frysk 2025-2028

Een vanzelfsprekende plek voor het Fries op school, het werk en in de openbare ruimte. Dat is een van de ambities in de provinciale taalnota Fansels Frysk, die op 14 mei 2024 door het college van Gedeputeerde Staten gepresenteerd is. In de nota staan de plannen voor het taalbeleid van 2025 tot en met 2028. Die vragen voor de hele periode om een investering van 10 miljoen euro. Provinciale Staten zullen op 19 juni 2024 de nota behandelen.  

“Het Fries heeft een vanzelfsprekende plaats in het leven van de meerderheid van de inwoners van Fryslân. Maar buiten de deur is het Fries niet altijd even zichtbaar, en dat kan anders,” stelt Eke Folkerts, gedeputeerde van taal en taalonderwijs. “Friezen moeten hun moedertaal natuurlijk ook buiten de deur kunnen gebruiken, zoals in het contact met de overheid en in de zorg.” 

 In de taalnota is aandacht voor het Fries thuis, in het onderwijs, op het werk, in de vrije tijd en in de openbare ruimte. Ook is er aandacht voor het Fries bij de overheid, de rechtbank en in de zorg. Wetenschappelijk onderzoek is de basis van het taalbeleid. De provincie wil deze basis versterken, onder meer door nationaal en internationaal beter samen te werken, ook op cultureel vlak.  

 Om de ambities uit de taalnota te realiseren, is de provincie afhankelijk van een goede samenwerking met andere overheden en met culturele instellingen, onderwijs- en kennisinstellingen. Deze partijen spelen een belangrijke rol in het taalbeleid.  

BFTK  

De Bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer 2024-2028, die op 8 april is getekend, vormt de basis voor de taalnota. De nota volgt in grote lijnen de opzet van de BFTK, die gebaseerd is op het UNESCO-taalvitaliteitsmodel. In Fansels Frysk legt de provincie uit hoe zij de afspraken op grond van haar eigen rol zal uitwerken. En welke structurele en incidentele middelen daarvoor zullen worden ingezet. De Friese streektalen vallen niet onder de BFTK, maar krijgen wel aandacht in de taalnota.  

In de taalnota wordt verder gebouwd op de ambities uit de vorige beleidsnota, Nij Poadium (2021-2024). Die nota verbond taal, kunst en erfgoed met elkaar. De verbinding tussen deze  

beleidsterreinen blijft. Een beleidsnota over alleen de Friese taal geeft de kans om nog beter te laten zien hoe Gedeputeerde Staten hun rol de komende vier jaar willen invullen.